Deze keer wil ik het eens hebben over wat handige trucjes in haakwerkland. Misschien ken je ze al en kun je het gemak ervan beamen. Maar misschien ken je ze nog niet en denk je na deze blog, dat is toch wel handig. En wat leuk is, volgende keer heb ik er nog een paar voor je!
Voor mij zijn sommige dingen op de manier waarop ik ze haak al zo vanzelfsprekend. Hierdoor denk ik niet meer na over het waarom ik het juist zo doe. Maar ik merk dat als ik iemand iets uit moet leggen, ik hier toch even bij stil moet staan. Want voor een ander is het soms juist weer iets nieuws.
En ook al ben je beginnende haakster of haak je al jaren….niets is fout maar sommige dingen kunnen gewoon ook net even anders. Pak ervan op wat jij prettig vindt.
Dan ga ik maar beginnen met het staande stokje. Hoe vaak moet je aan het begin van een toer 3 lossen haken die als 1e stokje telt? Best vaak toch? Maar mooier vind ik een steek die meer op een stokje lijkt. Die eigenlijk dus ook gewoon een stokje is. En moeilijk is het niet.
Als je met een nieuwe kleur start dan is dit de manier: je start met een gewone opzetlus op je naald.
Je maakt een omslag en houdt de opzetlus een beetje tegen zodat deze niet ronddraait op je naald. Je hebt 2 lussen op je naald.
Steek je naald in de steek waarin je moet haken, maak een omslag en haal je draad door de ingestoken steek. Je hebt nu 3 lussen op je naald staan, net zoals bij een gewoon stokje. Je haakt nu dan ook de steek af als een gewoon stokje.
Dus je maakt een omslag en doorhalen door 2 lussen en je maakt nog een omslag en weer een doorhaal door 2 lussen om je stokje af te haken. Je begindraad zit nu bovenaan in plaats van onderaan je werk. Deze manier kun je ook gebruiken voor een vaste, half stokje, relïefstokje enzovoort.
Als je niet met een nieuwe kleur start maar gewoon doorgaat met de kleur waarmee je aan het haken bent, dan kun je zo je stokje maken in plaats van de 3 lossen: je trekt je draad een beetje omhoog (ter hoogte van hoe hoog je stokje normaal wordt), je draait je naald voorlangs naar achter rechtsom de opgehaalde lus en haalt achter een omslag op en haal deze naar voren. (De lus die je ophaalt zit tussen je werkdraad en de eerder opgehaalde lus). Nu heb je 2 lussen op je naald, maak een omslag en haal door 2 lussen. Maak weer een omslag en haal weer door 2 lussen. Je stokje is nu af. Het is even oefenen en misschien lukt het niet meteen maar oefening baart kunst.
Zelf vind ik dit een mooie manier om te starten met een nieuwe toer. Wat soms wel een beetje lastig is om in de bovenste lusjes te komen als je bij de volgende toer weer terug bent bij dit stokje. Dat is even goed kijken en soms een beetje je haaknaald door de lussen duwen.
En haak je weleens amigurumi? Hoe minder jij dan? In het begin deed ik het zo als ik vasten moest samenhaken: je steekt in de 1e steek, haal een omslag op, steek door de 2e steek en haal een omslag op en dan haak je hem als een normale steek af? Niets verkeerd aan hoor maar toen ik zag hoe het ook anders kon ben ik het op deze manier gaan doen: steek je haaknaald door de 1e steek, steek je haaknaald door de 2e steek en haak hierna je steek af. Dus geen omslag tussendoor. Toch net een stukje mooier. Probeer het eens uit en bekijk het verschil. Kijk wat je mooier of prettiger vindt. De keuze is natuurlijk altijd aan jou 😉
Hier zie je mindering met vasten en een omslag:
Hier zie je mindering met enkel de naald door de voorste lussen gehaald:
Veel haakplezier gewenst!
Groetjes, Dorine
Plaats een reactie